Onafhankelijk
Door het ontbreken van een financieel belang bij zowel lading als verladers staan we als familiebedrijf garant voor een eerlijke dienstverlening.
1900 – 1912
De oorsprong van het bedrijf gaat terug naar het jaar 1902. De familie De Jong woont in die tijd in Krimpen aan den IJssel. Het gezin bestaat uit schipper Pieter de Jong sr, zijn vrouw Leentje en hun drie dochters en twee zonen. Voor het vervoer van kolen koopt de beurtschipper in 1902 zijn eerste zeilschip. Als in 1909 scheepswerf Otto failliet gaat, verliest De Jong sr. een van zijn beste klanten. In 1912 is de financiële situatie onhoudbaar. De gebroeders Hortensius horen van zijn problemen en verkopen een van hun twee motorschuiten voor 9.000 gulden aan hem, de ‘Broedertrouw’. Zoon Willem de Jong (1900-1983) komt in 1912 van school en gaat direct meevaren.
Het graan varen loopt goed totdat in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. In één klap is het gedaan met de aanvoer van graan in de Rotterdamse haven. Er is steeds minder werk voor schippers. In 1917 heeft het leger schepen nodig voor voedseltransporten naar Brabant. Ook Pieter de Jongs bedrijf gaat varen voor deze Etappedienst. Maar al snel koopt de overheid zelf schepen of neemt schepen in beslag. Na de oorlog duurt het nog lang voordat de zaken weer een beetje op gang komen.
In 1921 doet Pieter de Jong goede zaken door vletwerk voor Van den Bergh in Rotterdam. Willem de Jong over deze periode: “Dat feest duurde twee jaar. Daar was bij ons de boel financieel weer aardig van opgekikkerd. Maar doordat Engeland zijn melk weer van zijn koloniën ging betrekken kwam ook daar een eind aan.”
Vijf maanden na het huwelijk van Willem de Jong met Johanna van der Voorden koopt hij voor 13.000 gulden motorschip ‘De Hoop’ (90 ton). Het geld wordt met leningen en hypotheken bij elkaar gesprokkeld.
In 1924 wordt de eerste dochter van Willem en Johanna geboren, Lenie. Het werk van Willem bestaat vooral uit graan naar Gouda en Waddinxveen varen. In 1925 volgt dochter Gloria. Het gaat voorspoedig met het bedrijf; in 1926 is er voor 6.020 gulden bevracht.
Door de strenge winter van 1929 – zoon Piet is inmiddels geboren – ligt De Hoop wekenlang stil. Maar desondanks haalt Willem in dat jaar zijn hoogste ‘besomming’ tot dan toe: 6.840 gulden. In 1930 wordt er geïnvesteerd in o.a. nieuwe motoren voor De Hoop. De lening kan snel worden terugbetaald door een goed contract bij Rederij Copex.
De economische crisis wordt echter ook goed voelbaar in Nederland. In 1931 gaat Copex failliet en in 1934/35 is ook van het graanvervoer niets meer over. Die twee jaar zijn de slechtste jaren in de schippersloopbaan van Willem de Jong. In 1933 wordt zoon Jan geboren.
In 1936 neemt Willem voor 10.000 gulden de twee schepen, drie huizen en het werk van Rinus van der Post over. Grotendeels door familie gefinancierd koopt hij de ‘Rijnstroom I’ (82 ton) en de ‘Rijnstroom II’ (88 ton). Het gezin verhuist naar Zoeterwoude. In datzelfde jaar wordt het schip ‘De Hoop’ omgedoopt tot ‘Rijnstroom I’. De andere ‘Rijnstroom I’ wordt in 1938 verkocht. In dat jaar wordt ook zoon Willem geboren.
Na het bombardement in 1940 wordt snel duidelijk dat er vanuit Rotterdam geen werk meer is voor binnenvaartschippers. Het eerste jaar van de oorlog vaart Willem wel veel betonblokken voor de bouw van noodwoningen voor de daklozen na het bombardement.
In 1942 komt de derde dochter van Willem en Johanna ter wereld: Neeltje. Het is een tijd van schaarste. De spaarzame ritten die De Jong met zijn schip maakt, zijn niet zonder gevaar. Eind 1943 wordt het beter als de Engelsen en Amerikanen met luchtkonvooien Duitsland bombarderen.
Een jaar later zorgt een vreselijke koude winter voor veel slachtoffers. Gebouwen worden niet meer verwarmd, er is grote voedselschaarste. Als bekend wordt gemaakt dat schepen die voor de voedselvoorziening (Centrale Keukens) varen, niet in beslag worden genomen, vaart Willem naar Noord-Holland, Friesland en Groningen om kolen en aardappelen te halen voor de Centrale Keukens. Willem: “Die reizen zitten in mijn hoofd gegrift, het lijkt alsof het een week geleden gepasseerd is. Die herinnering raak ik nooit meer kwijt.”
Direct na de bevrijding vaart Willem naar de Zalmhaven in Rotterdam. Meer dan 80 binnenschepen laden daar blikken kaakjes. Willem de Jong laadt een schip voor Gouda en eentje voor Haarlem.
In de jaren na de oorlog heeft de Rijnstroom II vooral voor Shell gevaren. Zoon Piet is inmiddels schipper op de Rijnstroom II. Willem vaart zelf met zoon Jan op Rijnstroom I.
In de jaren vijftig en zestig krijgt de rederij er steeds meer activiteiten bij. Dit resulteert in 1970 in de aankoop van een aantal grotere schepen en een nieuwe bedrijfsnaam: ‘Binnenvaartrederij Gebroeders P. en J. de Jong B.V.’. In 1985 maakt het bedrijf de stap naar de duwvaart, met de aankoop van een eerste duwboot. De dienstverlening breidt zich uit met op- en overslag activiteiten, massabulk- en speciale transporten.
Door de rijke historie is Rederij De Jong al jarenlang specialist in binnenvaart, transportovername en scheepsbevrachtingen, inclusief alle maritieme en logistieke services. Jaarlijks verschepen we ongeveer zeven miljoen ton droge bulk. Samen met onze klanten denken wij graag mee over de beste logistieke oplossing. Want elke opdracht is weer anders. Dat was meer dan honderd jaar geleden al zo, en dat is nu niet anders.